Belgische vluchteling legt basis voor metaalhandel Wim de Voeght
Frans Jozef de Voeght (geb. 21 augustus 1889) komt uit Lier, een vestingstad aan de Nete, vlakbij Antwerpen in België.
Op 4 augustus 1914 viel Duitsland zonder oorlogsverklaring België binnen. Het was het begin van de Eerste Wereldoorlog. Op 29 september 1914 wordt Lier voor de eerste keer gebombardeerd, een paar dagen later wordt de stad geplunderd en gedeeltelijk in brand gestoken.
Frans Jozef wordt één van de 1 miljoen Belgische vluchtelingen die meteen ná de val van Antwerpen op 10 oktober 1914, naar Nederland vluchtten. Ook in de Westlandse dorpen komen de vluchtelingen aan
In eerste instantie werden er in ’s-Gravenzande 50 vluchtelingen opgevangen, in pakloodsen van de groenteveiling. Eén loods werd ingericht als gezelschapszaal met boeken en kranten, twee als slaapplaats en de laatste als kookgelegenheid. In november werd het te koud om hier te slapen, gelukkig bood J. de Geus een schuur aan voor de vluchtelingen.
Al kort na de komst van de eerste vluchtelingen werd er in ’s-Gravenzande een comite gevormd bestaande uit de dames v. Arkel, Lambers, v.d. Bijtel, Bouman, Ten Cate, v. Minnen, v. Nierop en de Vries.
Het Comite organiseerde de inzameling van geld en goederen.
De ’s-Gravenzanders waren begaan met het lot van de Belgische vluchtelingen. En dat komt mogelijk ook doordat, zo blijkt uit de krant, in het dorp ’s-Gravenzande het
kanongebulder bij Nieuwpoort duidelijk hoorbaar was.
Er werd gul gegeven. De eerste collecte, gehouden 28 oktober 1914, leverde 534,34 gulden op, de tweede collecte (op 14 november) leverde 190 gulden op. Dat was minder, maar er werden ook aardappelen, veldvruchten, kleren en schoenen ingezameld.
Inmiddels was het aantal vluchtelingen gestegen tot 82 (17 mannen, 21 vrouwen en 44 kinderen). En al deze vluchtelingen zijn bij naam bekend, dankzij de bewaard gebleven registratie van de gemeente. Er kwamen zelfs speciaal voorbedrukte formulieren voor.
Volgens dit formulier kwam De Voeght (die in Lier slager was) te wonen bij P. Luik, slager in ’s-Gravenzande.
In een interview dat Ger Alleblas afnam aan de oudste zoon Frans Jozef de Voeght vertelt deze:
“Mijn vader kwam in ’s-Gravenzande terecht. En die zat daar een paar dagen, en ging toen het Marktplein maar eens op. En hij liep de slager binnen, bij Piet Luik. Daar vroeg-ie om werk. Maar die man zegt, jongen, ik zou het graag willen, want mijn knecht staat in dienst. Maar ik moet eerst toestemming vragen aan de burgemeester. Nou d’r zat een dominee in de achterkamer en die kwam de winkel binnen, en die zegt ‘Piet kan je die jongen gebruiken’. Hij zegt ‘graag’. Hij zegt tegen mijn vader ‘kom maar mee’. En toen heeft-ie hij aan de Achterweg een kamer gekregen.
Al vroeg in 1915 keerden de meeste Belgische vluchtelingen terug naar Belgie.
Maar Frans Jozef niet. Hij bleef wonen in ’s-Gravenzande.
Hij had een baantje bij slager Luik en zat in de “ambulante handel”.
Hij trouwde op 18 augustus 1920 (in Den Haag) met Maria Adriana Farla uit Zevenbergen.
Drie jaar later werd in ’s-Gravenzande hun eerste kind geboren: Frans Jozef (een van de drie negentigers aan wie op 28 november j.l. het eerste exemplaar van het boek Geworteld in Westland werd aangeboden).
Het gezin woonde, aldus Frans Jozef junior, in “een hoffie in de Kousenhoek” (dat is achter het Marktplein in ’s-Gravenzande.
Vader Frans Jozef had er een rijwielhandel. Op de foto boven links zien we hem links in de deuropening staan.
In juli 1930 verhuisde het gezin De Voeght, dat inmiddels uit 6 leden bestond, voor een half jaar naar het net gebouwde Dingemans van de Kasteeleplein 2 in ’s-Gravenzande.
Eind 1930 volgde een verhuizing naar de Dijkstraat 103 in Honselersdijk, waar vader Frans Jozef, volgens het bevolkingsregister, aan de slag ging als handelaar in lompen en metalen (!).
Zoon Frans Jozef vertelt “mijn vader die deed alles, weet je niet, hij had op slot straathandel, een fietsenwinkeltje, en een beetje in oud ijzer, weet je niet, en het was natuurlijk een ouwerwets gezin, je kent dat wel, we gingen eens in de ….moest ik glas rapen, oud-ijzer ophalen, met de schuit. En ’s avonds werd er afgerekend, weet je niet.”
Op 25 okt 1947 verhuist De Voeght met zijn gezin naar de Prinsegracht 9 in Honselersdijk.
Frans Jozef de Voeght overleed op 11 april 1956.