Ik heb mijn wagen vol geladen
Een weetje over Leo de Jong Transport
De geschiedenis van Leo de Jong Transport begint met ‘opa’ Leo de Jong (1901 – 1988). Hij was van oorsprong kraanmachinist in Poortershaven bij Hoek van Holland, waar hij schepen met erts loste. In 1928 trouwde hij met boerendochter Marie Zwaard (1903 – 1996). “Een statige man met veel kinderen. Hij had zes zonen en vier dochters,” herinnert zijn kleinzoon Leo de Jong jr. (1957) zich. Van die kinderen was Jan (1929 – 2005) de oudste. Na een ongelukje met de erts, dat hem een vinger kostte, zocht Leo andere mogelijkheden om aan de kost te komen en zo werd hij ondernemer.
Ergens midden jaren twintig startte hij met een busdienst tussen Naaldwijk, ‘s Gravenzande, Maassluis en Hoek van Holland. In die tijd was het nog mogelijk om een particuliere busdienst te starten.
Erg georganiseerd was het allemaal niet. Haltes deed men niet aan. De Jong stopte gewoon voor iedereen die een stopteken maakte. Bij het uitstappen rekende hij dan af wat zijn passagier schuldig was.
De busdienst van Leo de Jong was geen lang leven beschoren, maar het transportwezen
moet hem wel zijn bevallen, want in 1935 begon hij een bodedienst op Rotterdam. ‘Geregeld
vervoer’ heette dat.
Een bodedienst reed een vaste route, waar je een vergunning
voor moest hebben. Andere bodes reden weer andere routes en je mocht dus niet op elkaars route komen. Wij waren van oudsher vooral gericht op Rotterdam.” In die tijd had lang niet iedereen een auto of middelen van vervoer en dat betekende dat Leo ook veel pakketjes en goederen meenam voor particulieren.
Zo bracht hij bijvoorbeeld fietsen, brommers en bagage van mensen uit Rotterdam naar de camping.
Veel Rotterdammers brachten hun vakantie door in Hoek van Holland of ’s-Gravenzande.
Ook toen was efficiëntie al belangrijk. Hoe meer er mee kon, hoe beter. Paste het niet ín, dan laadde hij het
wel óp de auto. Toen Nederland in mei 1940 betrokken raakte bij de Tweede Wereldoorlog,
reed Leo na het bombardement op Rotterdam gewonden naar de ziekenhuizen toe. In die
oorlogsjaren hadden vervoerders het niet gemakkelijk. Alles wat reed, kon naar Duitsland
worden gevoerd. Leo wist met een houtgenerator achter op de wagen zijn bedrijf
rijdend te houden.
Na de oorlog begon het bedrijf aan een gestage groei. Zonen Jan Gerard (1941) en Theo
(1942 – 2013) werkten mee in het bedrijf dat inmiddels gevestigd was aan de Industriestraat
in Naaldwijk.
Een blik op het bijzondere wagenpark.
Een bijzondere foto.
Hier zien we niet alleen het wagenpark van Leo de Jong maar op de achtergrond ook het inmiddels allang afgebroken slachthuis en de zuivelfabriek in Naaldwijk.