Varen, varen over de Westlandse baren…
De gebroeders Arie en Gerrit van den Bos waren de oprichters van transportbedrijf Van den Bos (later opgegaan in transportbedrijf Cargoboss).
Zij hebben de overgang van schuit naar vrachtwagen meegemaakt.
In de eerste jaren van het bedrijf, rond de eeuwwisseling, vaarden Arie en Gerrit met een zeilschip (type Westlander) door het Westland. Op de foto links zien we hun schuit liggen.
De route naar de Rotterdamse markt op het Noordplein (waar ze vaak naar toe vaarden) liep langs Kwintsheul via delft en Schiedam. Er moest afhankelijk van de windrichting ook nog wel eens een stuk geboomd worden. Ook werd er wel eens een paard gehuurd, dat over het jaagpad het schip vooruit trok.
Kort nadat het Hoogheemraadschap in 1913 haar verzet tegen het gebruik van motorschuiten in de Westlandse wateren had opgegeven, kochten Arie en Gerrit hun eerste motorschuit “De onderneming”.
De zaken gingen kennelijk goed, want in 1918 kopen de broers een tweede motorschuit, die “De onderneming 2” wordt gedoopt.
“De onderneming 2” was twintig meter lang en 3,20 breed.
Het gebruik van de motorschuiten betekende dat de broers veel sneller heen en weer konden varen naar Rotterdam, waar zij de groenten van de Westlandse tuinders brachten. En naast Rotterdam werd ook Amsterdam hun vaste bestemming.
In Den Haag werden ze daar wat onrustig van. Er was geen waterverbinding tussen het Westland en Den Haag. In de gemeenteraad werd in 1914 nog een poging gedaan om een besluit af te dwingen om de Laakhaven aan te sluiten op de Loosduinse vaart. “Behalve de belangen der tuinders zal ook het belang van de overige bewoners van het Westland zeer gebaat worden bij een waterverbinding met ’s-Gravenhage” lezen we in de Westlandsche Courant van 2 mei 1914.
De waterverbinding is er nooit gekomen. De Hagenaars kregen hun tuinbouwprodukten aangeleverd via Rotterdam of Delft.
Wanneer in de jaren ’20 het transport te water gaat afnemen om plaats te maken voor wegtransport, kopen Arie en Gerrit (in 1928) hun eerste vrachtwagen, een Amerikaanse Chevrolet. De schuiten blijven meer en meer aan de kant liggen.
In het bevolkingsregister van Naaldwijk wordt het beroep van Gerrit veranderd van schipper in chauffeur !
De oorlogsperiode (1940-1945) is ook voor de gebroeders van den Bos een harde tijd, al hebben ze minder te lijden dan vele anderen. Om inbeslagname door de Duitse bezetter te voorkomen wordt de Chevrolet in een loods op het terrein van de veiling Naaldwijk verstopt.
De beide motorboten worden ingeschakeld ten behoeve van de voedselvoorziening. Aldus onmisbaar geworden lopen de broers niet het risico in het kader van de Arbeidseinsatz naar Duitsland te worden afgevoerd.
Informatie voor dit weetje is o.a. ontleend aan:
- Krantenartikel “Wind in de zeilen” van Cent en Joke Wageveld
- Boekje “100 jaar Cargoboss”
- “100 jaar op stoom in eigen boezem” (A. Stig)
- Westlandsche Courant 1914.
- Foto’s Arie vd Bos